MenuSluiten
Inloggen

Een ‘wandeling’ van Geldermalsen naar Leerdam: wandel-, fiets- of autoroute anno nu

Fietsroute langs de Linge

Volg met de onderstaande route zélf de wandeling uit het artikel Een ‘wandeling’ van Geldermalsen naar Leerdam – in 1884. 

Deel 1: Geldermalsen, Deil, Mariënwaard, Beest en Een ‘wandeling’ van Geldermalsen naar Leerdam – in 1884. 

Deel 2: Rumpt, Renooi, Ackooi, Asperen, Leerdam op de fiets of de auto.


Fietsknooppunten

De route is gebaseerd op de fietsknooppunten. Dit zijn de vetgedrukte cijfers.

Hoe werkt dat? Knooppuntroutes, oftewel fietsroutenetwerken, bestaan uit een groot aantal genummerde knooppunten. Tussen die knooppunten lopen in twee richtingen bewegwijzerde verbindingsroutes. Op de routebordjes tussen de knooppunten staan de rijrichting en het nummer van het knooppunt waarnaar u op weg bent. Op elk knooppunt staat een informatiepaneel met knooppuntnummer en een overzicht van het fietsroutenetwerk. Naast het informatiepaneel wordt op een apart bordje aangegeven naar welk ander knooppunt u kunt fietsen.

Er zijn enkele aanpassingen aangegeven voor de auto, en op sommige punten zijn ‘uitstapjes’ of keuzemogelijkheden aangegeven. De lengte van de basisroute (enkele reis Geldermalsen – Leerdam) is ca. 21 km.

Kaart wandeling_V3_def_highres.jpg
Klik op de kaart voor een grotere weergave

Startpunt:

De Deilse zijde van station Geldermalsen.

  • Ga de Deilse weg in richting Deil (met de rug naar het station is dit de weg die rechtdoor gaat)
  • Bij de eerste splitsing: volg 53 rechts richting Deil/Rijndeltaroute. Vanaf hier zijn de fietsknooppunten te volgen.
  • Blijf knooppunt 53
  • Autoaanpassing I, Enspijk:

Je rijdt via de Beemdstraat Enspijk binnen. Waar de fietsers nummer 53 volgen en rechtsaf gaan, ga je met de auto rechtdoor en vervolgt de Beemdstraat. Deze gaat over in de Molenkampstraat. Vervolgens:ga linksaf de Haarstraat in. Aan het einde rechtsaf op provinciale weg N327, viaduct over de A2. Ga de eerste rechtsaf, Kerkakkerweg richting Rumpt. Bij knooppunt 51 fietsroute vervolgen, linksaf richting 97.

  • Mogelijkheid voor uitstapje naar Mariënwaerdt, alleen voor fietsers: Neem vanaf knooppunt 53 de fietspont over de Linge richting knooppunt 54 (tussen april en oktober). Volg vanaf knooppunt 54 nummer 55. Ga dezelfde route terug om de oorspronkelijke fietsroute te volgen.
  • Volg vanaf knooppunt 53 nummer 52
  • Volg vanaf knooppunt 52 nummer 51
  • Volg vanaf knooppunt 51 nummer 97
  • Autoaanpassing II, Rumpt:

Volg, net voor Rumpt, linksaf de Polderdijk. Steek de Veerweg over en ga de Achterweg in. Houd rechts aan en ga de Middenstraat in. Ga de eerste rechts, Gellicumstraat. Ga de eerste links, Dorpsdijk. Volg knooppunt 97.

  • Mogelijkheid voor uitstapje naar Beesd, auto en fiets: Volg, net voor Rumpt, linksaf de Polderdijk. Ga aan het einde rechtsaf de Veerweg op, over de brug richting Beesd.

Vanaf hier zijn er twee mogelijke routes:

Mogelijkheid I, via Rhenoy en Acquoy:

  • Ga op de provinciale weg N327 rechts, richting Rhenoy en Acquoy, 81
  • Volg vanaf knooppunt 81 nummer 82
  • Een leuke ‘sluiproute’: ga na Rhenoy, vóór knooppunt 81 de eerste mogelijkheid links, via een voetgangerstunneltje de Lingedijk op richting Acquoy. Volg de Lingedijk. Dit wordt vanzelf weer de route richting knooppunt
  • Autoaanpassing III, Acquoy:
  • Ga op de provinciale weg N327 rechts, richting Rhenoy en Acquoy, 81
  • Volg de Nieuwesteeg. Ga rechtsaf de Lingedijk op. Rechts aanhouden, Pr. Beatrixstraat. Ga rechtsaf de Achterweg op. Vervolg de Kerkweg. Aan het einde linksaf richting nummer 82.
  • Volg vanaf knooppunt 82 nummer 99

Mogelijkheid II, via Gellicum:

  • Blijf knooppunt 97 volgen
  • Volg vanaf knooppunt 97 nummer 98
  • Volg vanaf knooppunt 98 nummer 99
  • Mogelijkheid voor uitstapje naar Fort Asperen: Volg vanaf knooppunt 99 nummer 82. Ga dezelfde route terug, naar knooppunt 99, om de oorspronkelijke fietsroute te volgen.

Vanaf knooppunt 99 komen de routes weer bij elkaar.

  • Volg vanaf knooppunt 99 nummer 49
  • Volg vanaf knooppunt 49 nummer 57
  • Volg vanaf knooppunt 57 een klein stukje nummer Aan het eind van de Kerkstraat linksaf de Vlietskant in. Deze uitrijden. Rechtdoor de Spoorstraat in. Voor de spoorwegovergang links naar station Leerdam; het eindpunt van de route.
  • Autoaanpassing IV:

Ga na de brug bij het kruispunt met de stoplichten naar rechts (Meent). Meteen weer rechts (Westwal) tot op de Kerkstraat. Volg dan de fietsroute.


Mededelingen


Deze teksten van de hand van Martine Eerelman-Hanselman en Arthur Eerelman-Hanselman en Helma Schouten verscheen eerder in de Mededelingen van de Historische Kring West-Betuwe. Een wandeling van Geldermalsen naar Leerdam. 1884-2012, jaargang 40, jubileumnummer 2012.

Een ‘wandeling’ van Geldermalsen naar Leerdam – in 1884. 

Deel 1: Geldermalsen, Deil, Mariënwaard, Beest

In ‘Het Nieuws van den Dag’ van 14 en 21 juli 1884 staat een verslag in twee delen van een wandeling van Geldermalsen naar Leerdam langs de Linge. De auteur is niet bekend; uit de tekst blijkt dat hij een schrijver is die geïnteresseerd en kritisch naar de omgeving én naar de inwoners kijkt. Hij schrijft regelmatig in deze krant over zijn wandelingen en ritten door de natuur. Eerder dat jaar, op 23 juni, wordt een verslag afgedrukt van zijn rit per rijtuig van station Geldermalsen naar Buren.

In dit artikel wordt de tekst van zijn wandeling uit de kranten van 14 en 21 juli weergegeven. In een aantal aanvullende artikelen is informatie te vinden over diverse wetens- en bezienswaardigheden langs de route. De historische foto’s geven een sfeerimpressie van de omgeving waar de wandelaar ruim 130 jaar geleden heeft gelopen. De actuele foto’s laten zien wat de fietser, wandelaar of autorijder van tegenwoordig kan zien als je door dit, nog steeds mooie, stukje Nederland gaat.

Ook hebben we op deze site een kaart en een routebeschrijving voor een fiets- en autoroute opgenomen, gebaseerd op de fietsknooppunten. Op deze manier kunt u vandaag de dag eropuit trekken en kunt u zich onderdompelen in de geschiedenis van de gemeente Geldermalsen.

Hieronder het eerste deel van het verslag van de wandeling uit 1884.

01_Geldermalsen_begin 20e c_Weg naar Deil vanaf station_RT.jpg
De onverharde weg vanaf station Geldermalsen naar Deil. Foto uit begin twintigste eeuw. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Als men van Utrecht af komt sporen, en men is ongeveer halfweg tusschen Kuilenburg en Geldermalsen, dan ziet men schuin voor zich uit, aan de rechterhand (indien men ten minste vooruit rijdt), het hooge geboomte dat langs de Lingeoevers prijkt, vooral het bosch van het huis “Marïënwaard”, de voormalige aanzienlijke abdij. Weldra voert de spoorwegbrug van Tricht ons over de Linge, en de reiziger kan dus uit de hoogte een blik op de rivier werpen, die wij heden gedurende een groot gedeelte van haar loop volgen zullen.

01_Geldermalsen-Tricht_1902_veerstoep met vrachtschip.jpg
De veerstoep tussen Tricht en Geldermalsen in 1902. Verzameling Marco van der Schagt.

Vooral schilders mogen niet verzuimen het tochtje dat wij thans maken eens te doen; want zij vinden hier landschappen aan de bevallige kleine rivier, die zij zonder twijfel onmiddellijk op het doek kunnen brengen, en ten slotte kunnen zij een kabinet van schilderijen bezichtigen, dat stukken bevat van eenige der beste meesters uit onze Oud-Hollandsche school. Deze kunstverzameling bevindt zich te Leerdam en is voor iedereen toegankelijk.

Het gedeelte van de Linge dat wij volgen zullen biedt ongetwijfeld de schilderachtigste plekjes aan van haren geheelen loop, ten eerste omdat de rivier hier op menige plaats met boomgewas omzoomd is, vooral met grienden; ten tweede, omdat zij sterk kronkelt en haar talrijke bochten allerlei verrassende gezichtspunten opleveren; ten derde, omdat het vee langs den oever en hier en daar een schip op het water het reeds zoo bekoorlijke landschap op de bevalligste wijze stoffeeren.

Slechts éen ding valt er bij dezen tocht langs de Linge te betreuren: dat het pad, ‘twelk wij volgen moeten, de rivier niet overal vergezelt. Soms zijn wij genoodzaakt haar te verlaten, en moeten we een zonnigen, stoffigen, vlakken landweg inslaan, die niets oplevert wat men niet overal vindt – weilanden links en weilanden rechts, met een kerktoren hier en daar, die de dorpen verraadt van de Tielerwaard aan de eene en het land van Kuilenburg aan de andere zij. Wij raden den wandelaar dus aan, dat hij overal zooveel mogelijk den loop van de Linge en dus de dijken volgt, en ook dat hij nu en dan van den dijk afgaat en door de boschies heendringt die den oever van den weg af onzichtbaar maken; hij zal dan punten ontdekken die nog maar zelden met het oog van den kenner en minnaar van natuurschoon aanschouwd zijn – want hier in de landstreek zelf wordt de zin voor natuurschoon, zooals trouwens bij zoo vele onzer plattelanders, zoo goed als ten eenenmale gemist. Het oog is daarvoor blind; de zin voor poëzie is afwezig; en indien dat niet zoo was, dan zou het nog aan geestdrift haperen om aan de opgewekte gewaarwordingen uiting te geven.

IMG_5634
Het landschap langs de Linge. Foto: Martine Eerelman-Hanselman, 2012.

De wandeling, die wij heden voorstellen te doen, loopt van Geldermalsen naar Leerdam. Per spoor leggen wij dien afstand in vijf en twintig minuten af te voet doen wij het thans in vier en een half uur; waarbij wij voor pleisteren echter weinig of niets in rekening brengen. Wij nemen ook niet altijd den kortsten weg, maar wel, zoo wij ons vleien, den meest schilderachtigen.

01_Geldermalsen_1880_Oude stationsgebouw_WvdB
Het oorspronkelijke station van Geldermalsen, zoals het er stond van 1867 tot 1884. Verzameling Wim van den Bosch.

01_Geldermalsen_1900_Station vanaf Genteldijk_WvdB
Gezicht op het in 1884 gebouwde station van Geldermalsen gezien vanaf de Genteldijk. Verzameling Wim van den Bosch.
stationgeldermalsen_metbrug_IMG_2189
Het station anno 2012. Foto: Martine Eerelman-Hanselman.

Wanneer we het station Geldermalsen uittreden, slaan we rechtsom; en aan het eind van den stationsweg gaan we nogmaals rechtsom, de rails over, den weg op naar het dorp Deil. Ook nu houden we weer rechts, en komen tegenover de Neder-Betuwsche Beetwortel-suikerfabriek, op den grooten landweg, die ons weldra langs den oever van de Linge voert.

01_Geldermalsen_onb_Suikerfabriek CSM_RT.jpg
De suikerfabriek van CSM in Geldermalsen, jaar onbekend. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Het dorp Deil bereiken we binnen drie kwartier, en van hier komen we in anderhalf uur aan het Rumptsche veer waar men een goede herberg vindt. Van het Rumptsche veer gaan we, met overvaart aan het Renooische veer, in anderhalf uur naar Ackooi. Van hier naar Asperen in twintig minuten en verder naar Leerdam in een half uur.

Als men te ruim negen uur per trein in Geldermalsen aankomt, kan men aan het Rumptsche veer zijn ontbijt gebruiken en in Leerdam zijn middagmaal, dat men vooruit in het hotel Boereboom bestellen kan; en om kwart over zessen kan men weer in Geldermalsen terug zijn, na een schoone natuur en het penseel van Frans Hals, Terburgh enz. bewonderd te hebben. Wat wil men meer van een uitgaansdag ten platten lande!

02_Deil_onb_Gezicht op Deil_RT.jpg
Gezicht op Deil over de Linge, jaar onbekend. Collectie Rochus Timmer, thans RAR.

Als men de eerste huizen van het dorp Deil genaderd is, krijgt men reeds terstond een proeve van de eigenaardige verscheidenheid van voortbrengselen op de Geldersche kleigronden. Welige graanakkers, vruchtboomgaarden, groene weiden, een rivier met allerlei houtgewas langs den oever een fabriek die aan een product van den ruwen grond zijn suiker onttrekt, een andere fabriek in de nabijheid, die denzelfden grond tot metselsteenen verhakt, dat alles ziet men in een kort bestek bij elkander. En ook de schilderachtige punten, waarvan wij spraken, vindt men hier reeds spoedig. Men behoeft slechts van den dijk een paadje af te dalen, dat men ergens aan zijn rechterhand door een peppelenbosch ziet loopen, om te zien hoe bevallig Deil zich tegen den Lingezoom aanvlijt.

02_Deil_1898_Deil Oosteneind-Lingedijk_RT.jpg
Deil ter hoogte van Oosteneind-Lingedijk in 1898 met onder andere in de verte de kerk en Huis Bouwlust. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.
Deil_metkerk_IMG_5704.JPG
Gezicht op Deil anno 2012, met op de voorgrond Huis Bouwlust en op de achtergrond de kerk. Foto: Martine: Eerelman-Hanselman.

Aan gene zijde van de rivier ziet men het dorp Tricht liggen, welks kerktoren zulk een goed effect maakt, en verder kan men, als men voor het fraaie nieuwe huis Frissestein gekomen is een eigenaardig panorama aanschouwen op de boomrijke weide van de overzijde.

02_Deil_onb_Huize Frissche-Steijn_RT - archief heeft beter
Huize Frissestein te Deil, jaar onbekend. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.
Frissestein_Deil_IMG_5631
Huis Frissestein, thans Gasterij De Os en het Paard, anno 2012. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman.

Ook ziet de opmerkzame beschouwer nu en dan de plaats waar eertijds een kasteel gestaan heeft. Deil moet zeven zulke kasteelen gehad hebben: Bakerbosch, Ringelestein, Vogelenburg, Reinestein, Schoonestein, Palmestein en Bulkestein.

Zie ook het artikel over de verdwenen kastelen in Deil elders op deze site.

Als eenig overblijfsel is van het laatste nog slecht een poort aanwezig met het gebeitelde wapen der van Tuyls, die eertijds bezitters van Bulkestein waren en in het begin van de zeventiende eeuw als zoodanig genoemd worden.

02_Deil_1830_Tekening poort Bulkestijn_RT.jpg
Tekening van de poort van huis Bulckestein uit 1830. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Men make zich echter van zeven zulke kasteelen in een kleinen kring geen verkeerde voorstelling, en verbeelde zich niet dat daar eenmaal zeven ridders woonden, wier zonen en dochters wederzijds op elkander verliefden, terwijl de ouders overhoop lagen en elkander bestreden of een verbond aangingen met den vorst der duisternis. Want evenmin als zeven hanen komen op éen erf, konden zeven heeren op éen dorp het samen vinden; en evenmin als alle edelen ridders waren, konden al de sterke huizen, wier voormalig bestaan thans nog hier en daar aan het terrein te herkennen is, kasteelen genoemd worden in de beteekenis die wij er gewoonlijk aan hechten. Op de wandelingen die wij reeds gemaakt hebben, hadden wij ook een aantal plaatsen kunnen aanwijzen waarvan men zegt, en waaraan, men ziet: hier heeft vroeger een kasteel gestaan. Het is evenwel duidelijk dat die kasteelen tot zeer verschillende tijdperken kunnen behoord hebben, en tevens dat velen hunner niet meer geweest zijn dan sterke huizen, welke bewoond werden door menschen, die wat te verliezen hadden, en die daarom hun woning met een gracht omringden, waarover een ophaalbrug lag, en die een voorpoort had indien die gracht op eenigen afstand van het huis lag. Gedurende vele eeuwen is het hier en elders ten platten lande zeer onveilig geweest, vooral in oorlogstijd, en de dorpsbewoners hadden dan dikwijls nog het meest te lijden van het eigen krijgsvolk, dat vaak vriend en vijand over dezelfde kam schoor, als het ging vrijbuiten en moeskoppen. Nog maar 70 jaren is het geleden, dat dergelijke dingen ten onzent plaats hadden, toen de Kozakken hier rondzwierven, waarvan wij reeds gesproken hebben, en toen menigeen het een voorrecht mocht achten als hij met zijn dukaten in een eenigszins versterkt huis voor een onverhoedschen aanval min of meer beveiligd was. Eenmaal was er een tijd, dat bijna elk dorp zijn heer en zijn kasteel had, waarbij ook wel eens splitsing en samentrekking plaats greep; doch in de 15e en 16e eeuw zijn die kasteelen grootendeels verdwenen of voor het minst van velerlei beroofd, en daarna zijn zij vervangen door talrijke riddermatige huizen of ridderhofsteden, waarvan soms nog slechts een flauwe herinnering of hier en daar een poort of gracht bestaat, omdat het nageslacht hunner bezitters sedert een eeuw ongeveer op buitenplaatsen is gaan wonen. De huizen, die den naam dragen van de plaats waar zij staan, zijn klaarblijkelijk de oudste en de oorspronkelijke kasteelen, zooals het huis Zoelen, Buren en Hemert, welke wellicht hun naam gegeven hebben aan de dorpen, die er naderhand omheen gebouwd zijn. Ook vindt men op sommige plaatsen een haag of haagje en een slot, wat mede op hoogen ouderdom wijst; doch uit de uitgangen burg en stein kan men meestal geen gevolgen trekken, daar zelfs nog heden ten dage menig vreedzaam burger zijn villa Leeuwenburg of Valkenstein noemt al is die ook opgetrokken op een gedempte sloot of een drassig stuk weiland van een buitensingel.

03_Enspijk_tab13b_Molen De Vlinder
Molen de Vlinder in 1931, nadat deze wederom was afgebrand. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.
Enspijk_molen_IMG_5642
Korenmolen De Vlinder langs de Linge. Foto: Martine Eerelman-Hanselman, 2012.

Wij willen dus niet altijd even veel gewicht hechten aan de verzekeringen, dat hier en daar kasteelen gestaan hebben, want daar worden er in deze schoone en vruchtbare streken van Gelderland velen genoemd, zelfs met een Faustsage er bij, – en wij vervolgen onzen tocht. Als men van Deil uit den dijk volgt, al is dit ook geen openbare weg, die voor het huis de Noorderhoek tusschen een lange rij vruchtboomen heenloopt, dan blijft men in de nabijheid van de Linge en komt na twintig minuten aan een korenmolen dien men, als men haast heeft, ook in veel korteren tijd langs den algemeenen weg, welke bij de kerk links afbuigt, bereiken kan.

Deil_Noordenhoek_IMG_5710.JPG
Huis Noorderhoek te Deil. Foto: Martine Eerelman-Hanselman.

Een bezoek aan de schilderachtige omgeving van den Deilschen molen, die op een eilandje nabij de Linge ligt, mag men niet verzuimen. Als men hem even voorbij is, doet zich van den dijk af een ongemeen fraai landschap voor: een gezicht op Beest. Recht voor zich uit, terwijl het oog den loop der rivier volgen kan, ziet men de beide kerktorens, de eene breed en stomp, de ander rank en spits, in elkanders nabijheid boven het groene griendhout uit zich plotseling vertoonen.

Beesd_2torens_IMG_5652
De twee kerktorens van Beesd, gezien vanaf de overzijde van de Linge. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman.

Onmiddellijk aan de overzij van de Linge prijken de forsche eiken en beuken van het bosch van Mariënwaard, en links in de verte bespeurt men den hoogen toren van Bommel, als een eenzame wachter op de grens van een uitgestrekte groene vlakte. Belangrijke geschiedkundige herinneringen zijn verbonden aan het oord waar wij ons thans bevinden. Aan den overkant der rivier lag eenmaal het zeer vermaarde klooster, de abdij van Mariënwaard. Ten jare 1128 was zij gesticht door Herman Graaf van Cuyk, om den dood te zoenen van Graaf Floris I van Holland, die door Cuyk’s vader bij Neder-Hemert verraderlijk gedood was. Sedert verwierf de abdij, die door Premonstratenser monniken bewoond werd, zeer uitgebreide goederen, want zij bezat eenmaal achttienhonderd bunders land en buitendien nog allerlei tienden, tijnsen, bouwhoeven en renten. Haar abten stonden op kerkelijk en wereldlijk gebied in hoog aanzien en behoefden niet onder te doen voor de aanzienlijkste vrijheeren. Dat zulk een voorname stichting in de middeleeuwen ook een politieke rol vervulde, is licht te begrijpen, en die bemoeienis van de geestelijken met de staatkunde had dan ook, na een langen tijd van glorie, hun ondergang ten gevolge. Wij hebben reeds vermeld, dat de Bisschop van Utrecht zich in het begin van de 15de eeuw met Buren tegen Gelderland verbond en na den mislukten aanslag op Tiel een aantal kasteelen en kloosters verwoestte. Ook Mariënwaard moest het toen misgelden; het werd althans gedeeltelijk verbrand, en negen monniken werden in gevangenschap mede naar Utrecht genomen. Na het betalen van een hoog losgeld werden zij weder vrij gelaten. Zeventig jaar later werd het klooster prijs gegeven aan de woeste benden van Hertog Albrecht van Saksen; daarna kwam het onder voogdij van den heerschzuchtigen Karel van Gelder, en eindelijk bezweek het voor goed bij den staatkundigen en godsdienstigen ommekeer, die een gevolg was van de hervorming en van den opstand tegen Spanje.

Tegenwoordig staat op de plaats van de abdij, te midden van een bosch, het landhuis van de familie van Bylant, die een zeer groot gedeelte van de voormalige kloostergoederen tot haar bezittingen rekent.

Bij het vervolgen van onze wandeling blijven we den dijk houden, en laten we het dorp Enspik links liggen, zoodat het eerste dorp waar we aankomen Rumpt is, alwaar we aan bet veer een geschikt rustpunt vinden.

04_Beesd_onb_Voetveer Linge_RT
Het voetveer bij Beesd, jaar onbekend. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Aangezien de Linge hier een sterke kromming maakt, kan men in, ongeveer denzelfden tijd hetzelfde doel bereiken door tweemaal over te varen, eerst aan het voetveer, waar het dorp Beest begint, en dan aan het Rumptsche veer, waar het dorp Beest eindigt.

04_Beesd_onb_Haven met schepen_RT-VERVANGEN.jpg
De haven bij Beesd, omstreeks 1910. Verzameling Paul van Mook.

Beest is een net dorp, stadsgewijze gebouwd, met een zeer lange hoofdstraat, die met een eindelooze dubbele rij lindeboomen beplant is. Hier en daar vindt men er lieve kijkjes op de Linge, en men heeft er een aangename wandeling rondom het bosch van Mariënwaard. Eenmaal had Beest ook zijn kasteelen; het Hooge Huis en het Slot zijn als zoodanig nog zeer goed te herkennen aan de hooge ligging van het terrein, en het huis Wolfswaard, dat langs wil den weg naar Mariënwaard lag, heeft nog in deze eeuw bestaan. Het dorp heeft een zeer breed aangelegden Gothischen kerktoren, die klaarblijkelijk onvoltooid gebleven is. Het is te begrijpen, dat men aan de naburige rijke abdij het bouwen van zulk een toren te danken heeft en tevens dat de bouw – die, zooals uit den stijl valt op te maken, waarschijnlijk in de 14de eeuw begonnen werd – gestaakt zal zijn in de woelige jaren van de 15de eeuw, toen Mariënwaard, omstreeks 1430 zijn glans en gezag begon te verliezen. De kerk werd in 1895 afgebroken en herbouwd en ziet er bijzonder smakeloos uit, tot groote ergernis van den ouden toren natuurlijk, die alweder als getuige kan optreden om te verklaren, dat men in de barbaarsche middeleeuwen veel meer zin voor bouwkunst had dan honderden jaren later. De kortelings voltooide Katholieke kerk van Beest maakt daarom een dubbel goed figuur; zij toont met vele harer zusteren aan, dat er althans in ons land kringen zijn, waarin de zin voor schoone bouwkunst weder begint te herleven.

04_Beesd_onb_RK kerk vanaf Linge_RT.jpg
De rooms-katholieke kerk van Beesd, vanaf de Linge bezien. Jaar onbekend. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Het station Beest – dat natuurlijk aanleiding geeft tot dezelfde woordspelingen als het station Dieren – ligt bijna een half uur van bet dorp verwijderd; doch gelukkig maakt een omnibus die op alle treinen rijdt, den overtocht gemakkelijk.

04_Beesd_onb_Station met koets_RT.jpg
Het treinstation van Beesd met daarvoor een omnibus. Jaar onbekend. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Wie van elders komt en niet wil wandelen en op zijn gemak een mooi stukje natuur zien, raden wij aan zich door dien omnibus bij het Rumptsche veer te laten afzetten, dan bij den veerman een poging te doen om een boot te verkrijgen, en de Linge op te varen tot den reeds genoemden Deilschen molen. Ook naar de andere zijde heen is voor een schetsboek menig dankbaar punt te vinden.

Het zal ons dus niet verwonderen, indien wij eerlang op onze schilderij-tentoonstellingen stukken aantreffen, die gezichten op de Beneden-Linge voorstellen.

Rumpt_Boutsetijnsewetering_IMG_5713
De onverharde weg vanaf station Geldermalsen naar Deil. Foto uit begin twintigste eeuw. Verzameling Rochus Timmer.
05_Rumpt_onb_Boutensteinse wetering_RT
De onverharde weg vanaf station Geldermalsen naar Deil. Foto uit begin twintigste eeuw. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.

Deze tekst van de hand van Martine Eerelman-Hanselman en Arthur Eerelman-Hanselman en Helma Schouten verscheen eerder in de Mededelingen van de Historische Kring West-Betuwe. Een wandeling van Geldermalsen naar Leerdam. 1884-2012, jaargang 40, jubileumnummer 2012.

Het Nieuws van den Dag en vele andere kranten zijn gedigitaliseerd en te vinden op de website www.delpher.nl.

Een ‘wandeling’ van Geldermalsen naar Leerdam – in 1884. 

Deel 2: Rumpt, Renooi, Ackooi, Asperen, Leerdam

In ‘Het Nieuws van den Dag’ van 14 en 21 juli 1884 staat een verslag in twee delen van een wandeling van Geldermalsen naar Leerdam langs de Linge. De auteur is niet bekend; uit de tekst blijkt dat hij een schrijver is die geïnteresseerd en kritisch naar de omgeving én naar de inwoners kijkt. Hij schrijft regelmatig in deze krant over zijn wandelingen en ritten door de natuur. Eerder dat jaar, op 23 juni, wordt een verslag afgedrukt van zijn rit per rijtuig van station Geldermalsen naar Buren.

In dit artikel wordt de tekst van zijn wandeling uit de kranten van 14 en 21 juli weergegeven. In een aantal aanvullende artikelen is informatie te vinden over diverse wetens- en bezienswaardigheden langs de route. De historische foto’s geven een sfeerimpressie van de omgeving waar de wandelaar ruim 130 jaar geleden heeft gelopen. De actuele foto’s laten zien wat de fietser, wandelaar of autorijder van tegenwoordig kan zien als je door dit, nog steeds mooie, stukje Nederland gaat.

Ook hebben we op deze site een kaart en een routebeschrijving voor een fiets- en autoroute opgenomen, gebaseerd op de fietsknooppunten. Op deze manier kunt u vandaag de dag eropuit trekken en kunt u zich onderdompelen in de geschiedenis van de gemeente Geldermalsen.

Hieronder het tweede deel van het verslag van de wandeling uit 1884.

Rumpt, Renooi, Ackooi, Asperen, Leerdam

Het dorp Rumpt met zijn grijzen kerktoren, die van ouderdom voorover gezakt is, ligt grootendeels langs den Lingedijk, dien wij thans volgen, doch niet blijven houden; want wij verlaten de blanke rivier, om een groote kromming van den weg af te snijden. Over het laatste boerenerf van het dorp, aan onze linkerhand, loopt een paadje, dat ons op den landweg brengt, die tusschen bouwlanden door naar het Rhenooische veer voert. Het Huis Rumpt, dat aan den dijk ligt, komen wij dus niet voorbij en we verliezen daardoor niets; want het voormalige kasteel, dat waarschijnlijk eenmaal aan de machtige Arkels behoorde, is al sedert lang verdwenen en thans vervangen door een eenvoudig wit huisje, dat den naam van het huis Rumpt volstrekt niet meer verdient.

05_Rumpt_onb_NH Kerk_RT_VERVANGEN.jpg
Zicht op de Nederlands-hervormde kerk van Rumpt, rond 1910. Verzameling Gert de Kruijff.
05_Rumpt_onb_Middenstraat_RT.jpg
De Middenstraat te Rumpt, jaar onbekend. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.


05_Huys te Rumpt 1728 en reconstructie .jpg
Tekening van het Huis te Rumpt, gemaakt op basis van het bestek. Gemaakt door architect en kasteeldeskundige Taco Hermans. Uit: P. Hovestadt, Monument voor Ot.
05_Rumpt_1900_Stoomboot vHeemskerk_HS.jpg
De Linge bij Rumpt ter hoogte van de Gouden Leeuw, waar de stoomboot van maatschappij Van Heemskerk aan komt meren, rond 1900. Verzameling Paul van Mook.
Rumpt_kerk_IMG_5720.JPG
Protestantse kerk te Rumpt. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman, 2012.


De landweg dien wij volgen brengt ons in drie kwartier naar het Renooische veer, waar wij overvaren en alweder een bevallig plekje vinden aan onze schilderachtige rivier.

Nu slaan wij den weg in naar Ackooi, die eerst gedurende twintig minuten alweder niets bijzonders oplevert, maar dan plotseling weer aan de Linge uitkomt, die hier een idyllisch landschap vormt. De rivier maakt een zeer sterke kromming, evenals de Moezel dikwijls doet, zoodat zij evenwijdig aan haren loop terugvloeit, en men meent, als men haar nadert, dat hier twee rivieren onmiddellijk naast elkander loopen.

Rhenoy_Linge_RS
Rhenoyse veer rond 1920. Verzameling Rutger van Stappershoef.
SAMSUNG DIGITAL CAMERA
De huidige aanblik van de plek van het voormalige Rhenoyse veer. Verzameling Helma Schouten.

De weelderige liesplanten langs den oever, de eenden op den blanken kalmen waterspiegel, de huisjes en de vruchtboomen langs den dijk hier en daar, een vruchtbare waard met hoornvee en paarden, die door de oevers van de rivier begrensd wordt, dat zijn bestanddeelen om Ackooi, ofschoon het een eenvoudig dorp is, tot een liefelijk plekje te maken, tot een type van het echte Hollandsche landschap. Het ridderlijk geslacht, dat hier eenmaal zijn slot bouwde, heeft zijn standplaats dan ook goed uitgekozen, wat trouwens met het meerendeel der stichters van adellijke huizen en kloosters het geval was. Het huis Ackooi, dat thans voor een boerderij plaats gemaakt heeft, doet ons door zijn ligging, door de overblijfselen van grachten en beplanting, vermoeden dat het eenmaal een kasteel mocht heeten in den vollen zin van het woord, en te meer worden we in die meening bevestigd als we ons herinneren dat de prinsen van Oranje er eenmaal bezitters van waren en nu en dan ook wel in hun baronie vertoefd zullen hebben. Ackooi, dat door een der Arkels reeds in 1140 gesticht was, was uit dit geslacht, met Leerdam, waarbij het ingelijfd werd, aan het huis Egmond gekomen, en daardoor, met Buren, door het eerste huwelijk van Prins Willem, aan ons vorstenhuis. Om deze reden worden de weezen uit Ackooi en Leerdam opgenomen in het weeshuis te Buren.

Acquoy_IMG_5682.JPG
Gezicht op Acquoy. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman, 2012.
08_Huize Acquoy ca 1908 met fam De Bruin_coll Rob Nas
Huize Acquoy rond 1908 met daarbij familie De Bruin. Verzameling Rob Nas.
SAMSUNG DIGITAL CAMERA
De inrijpoort van Huize Acquoy. Foto: Helma Schouten, 2012.
Acquoy_kerk_IMG_5684.JPG
De protestantse kerk in Acquoy. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman, 2012.

In Ackooi vindt men een merkwaardigen kerktoren, die veel overeenkomst vertoont met dien te Beest. Evenals deze is hij breed aangelegd, gothisch van bouw, onvoltooid, en misschien ook gedeeltelijk afgebroken. Daarbij staat hij verontrustend scheef, zoodat hij, indien hij voltooid was, veel overeenkomst met den toren van Pisa zou vertoonen. De kerk, die er bij behoorde, is in het eerste vierendeel dezer eeuw gesloopt en door een nieuw eenvoudig gebouwtje vervangen. Uit de verte maakt deze scheeve toren, waar hij nog even uitsteekt boven het geboomte dat hem omringt, een eigenaardigen indruk, gelijk zoo menige ruïne die men in de naburige Duitsche landen ziet. Bij de kerk vindt men in het Ackooische veerhuis, zonder veer, een echt ouderwetsche dorpsherberg, zooals ze nog maar schaars meer worden aangetroffen. Het verkeer van vreemdelingen trouwens heeft in deze streken zijn eischen nog niet doen gelden. Menschen, die voor hun genoegen een uitstapje maken, zijn er onbekend; doch het schijnt dat het land niet onbezocht gelaten wordt door dat soort van reizigers, die alle oorden van de wereld bezoeken, indien zij maar gelegenheid vinden om er hun koopwaren te slijten. De kastelein van de dorpsherberg, die te vergeefs heeft trachten uit te visschen wie gij zijt en wat gij hier zoekt, verzekert u weldra ongevraagd, dat hij uitmuntende leveranciers heeft, die hem reeds sedert onheugelijke jaren bedienen, en daarmede tracht hij de aanbiedingen te voorkomen, die hij meent dat na het vriendelijk inleidend gesprek niet uitblijven kunnen. De gegoede landbouwer, dien gij een eind weegs vergezeld hebt, wipt ook plotseling, zonder dat gij er op verdacht zijt, het hekje van zijn erf binnen en ontsnapt u met een korten groet; want hij vreest eveneens voor aanbiedingen van wijn of sigaren. Het kost werkelijk moeite om een eenigszins aannemelijke verklaring te geven van zijn komst in deze vreedzame streek. Zegt ge dat ge komt om het land te beschrijven, dan houdt men u voor iemand van het kadaster, voor een landmeter, of een schatter van ongebouwde eigendommen; rept ge van oudheden, dan zegt men dat het oud porselein overal reeds opgeruimd is; staat ge soms stil bij een schilderachtig plekje, en zegt ge, ter verklaring, dat ge schilder zijt, dan kijkt men naar uw handen, en als er geen zwarte vlekken op aanwezig zijn, wordt ge niet geloofd; want een schilder is natuurlijk een photograaf. Indien ge in gezelschap uit zijt, dan houdt men u al licht voor ontwerpers van een tram; soms ook voor officieren die verdedigingswerken opnemen, maar nooit voor toeristen. Menschen, die enkel reizen om land, water en boomen te zien, komen hier nog maar hoogst zelden.

Voordat we van Ackooi afscheid nemen, moeten we nog vermelden, dat hier in 1585 een persoon geboren is, wiens naam thans nog dagelijks in herinnering gebracht wordt, de bisschop Cornelius Janssenius, naar wien de Janssenisten aldus genoemd worden.

Van Ackooi wandelt men in twintig minuten, door korenvelden heen, langs den kortsten weg, het Kerkpad, naar Asperen.

RP-T-1888-A-1839.jpg
Zeventiende eeuwse prent van de ‘Geldersche poort’ door Jan de Beijer. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.
Asperen_IMG_5723.JPG
De oostelijke entree van Asperen. Foto: Martine Eerelman-Hanselman, 2012.

De dijk is wel fraaier om te bewandelen, maar levert toch niet genoeg op om het maken van een omweg te rechtvaardigen. Het aangewezen pad brengt ons in de onmiddellijke nabijheid van het groote nieuwe fort, dat op het oogenblik, met de beide andere forten nabij Asperen, in staat van beleg verkeert, daar er spiegelgevechten geleverd worden. .

09_luchtfoto fort NS 1928.jpg
Luchtfoto uit 1928 van het fort bij de Nieuwe Steeg. Het fort is onderdeel van de Nieuwe Hollandse waterlinie en aangelegd in 1878-1880. De situatie op de luchtfoto geeft daarvan nog een goed beeld. Het fort is recent gerestaureerd en in gebruik als interactief museum GeoExperience.

Een onder waterzetting van het land in een wijden omtrek rondom deze forten, zooals men dat onlangs op een kaartje in dit blad heeft kunnen zien, behoort bij het hier beraamde stelsel van verdediging. Ongetwijfeld hebben deze practische oefeningen hun nut; maar niet alleen het leger, ook de landman behoort zich thans te oefenen. De talrijke opwonenden van de landstreek tusschen Waal en Lek dienen te bedenken, dat zij bij een echten oorlog ten minste zeker tot de vluchttende partij zullen behooren. Daarom raden wij hun aan zich eens voor te stellen dat hun landerijen, juist in dezen tijd, plotseling onder water gezet worden. Maar die voorstelling is niet genoeg; de praktijk, waar zij altijd zooveel eerbied voor hebben, moet volgen; en als zij wèl doen, behooren zij zich te oefenen in een algemeene en overhaaste vlucht met hun vee en hun vervoerbare haven. Zij moeten zich verbeelden dat hun hooi nog niet binnen is, en al hun gewassen op het veld verdrinken. Voor de honderden en duizenden stuks vee is dan geen voeder aanwezig; maar zij kunnen het elders nog wel in veiligheid brengen, en natuurlijk ook, ofschoon voor een spotprijs, aan den leverancier voor het leger verkoopen — wat althans ten voordeele van de legerkas zou strekken. Een oefening nu in een dergelijke algemeene vlucht achten wij even noodig als een bestorming van de forten Maar het dient op éen dag te geschieden, en in groote haast, zooals in werkelijkheid ook plaats hebben zou; daarom zou het sein tot de algemeene paniek van wege het ministerie van oorlog gegeven moeten worden. Want men kan verzekerd wezen, als het ooit eens tot een oorlog kwam, dat de Duitsche veldmaarschalken ons niet veel bedenktijd zouden geven, hetzij ze als vriend of als vijand ons land binnengaloppeerden.


06_Gellicum_begin 20e c_Bekende Boom_RT
Bij boerderij ’t Groene Paard is al sinds jaar en dag De Bekende Boom te vinden. Rond 1900 werd deze gesnoeid in de vorm van een paard. Ooit waren er meer dergelijke vormen te vinden, onder andere een koe en een suikerpot. Verzameling Rochus Timmer, thans RAR.
SAMSUNG DIGITAL CAMERA
Boerderij ’t Groene Paard, anno 2012. Foto: Helma Schouten.

Wat een oorlog is, daarvan kan het oude Asperen meepraten; want het heeft er meer dan eens zeer veel door geleden. Vooral is dit het geval geweest ten jare 1517, toen de Zwarte Hoop, een zwervende bende, die onder Maurits van Saxen gediend had, op de stad afkwam. Asperen werd toen belegerd, en met groote dapperheid verdedigd; maar het moest zich overgeven, en niettegenstaande de burgers lijfsbehoud bedongen hadden, werden er door het meedoogenlooze menschelijke geboefte de gruwelijkste wreedheden bedreven. Alles werd vermoord, zelfs schoolkinderen, die met den meester in de kerk gevlucht waren. In de kerk vindt men nog een herinnering aan deze gebeurtenis. In een blinde vensternis van den toren is een afbeelding op den muur geschilderd van de stad Asperen zooals zij zich voordeed toen de Zwarte Hoop haar nog niet in de asch gelegd had. Daaronder volgen twee honderd vier en zestig namen van personen, die omgebracht werden, terwijl er ook nog velen sneuvelden wier namen onbekend zijn gebleven. De muurschildering is sterk verbleekt, en uit welken tijd zij dagteekent is ons onbekend. Dat zij behouden en hersteld verdient te worden, zal iedereen toestemmen, die op zulk een merkwaardige geschiedkundige herinnering prijs stelt.

De geschiedenis van Asperen vermeldt ook nog een andere gebeurtenis, die de voortreffelijkheid van het zoogenaamde edelste schepsel ook al in geen gunstig daglicht stelt. Eenmaal woonde hier een burger, Dirk Willems, die Doopsgezind was en deswege door den katholieken magistraat vervolgd werd. Hij vluchtte over het ijs. De dienaar, die hem vangen moest, zakte door het ijs heen en zou verdronken zijn, indien Dirk Willems niet teruggekeerd was en hem gered had. De dienaar zelf zou nu zijn redder gespaard hebben; doch een aanwezig burgemeester gaf den geredde bevel hem te vatten. De beschuldigde werd nu, omdat hij zich opnieuw had laten doopen en ook andere daartoe in zijn huis in de gelegenheid stelde, door Schout en Schepenen van Asperen veroordeeld om levend verbrand te worden. Op den zeventienden van Bloeimaand des jaars 1569 werd dit vonnis buiten de poort, aan de zijde van Leerdam, voltrokken.

Vele jaren vroeger reeds was ook een vrouw uit Asperen, omdat zij Doopsgezind was, te Amsterdam door beulshanden verdronken.

Van de kerk kunnen wij nog even vermelden, dat zij in 1401 door vrouwe Elburg van Langerak gesticht werd. Ter plaatse waar de reedsgenoemde muurschildering zich bevindt, wordt dit vermeld. Deze Elburg trouwde met Rutger van Boetzelaer, en bracht daardoor de baronie in dit geslacht, dat er eeuwen lang bezitter van geweest is en in het koor van de kerk nog een graftombe heeft.

Pentekening Fort Asperen te Acquoy anno 1986
Pentekening van fort Asperen te Acquoy, door Paula van Mook in 1986.
Asperen_fort_IMG_5686
Een van de bunkers van Fort Asperen, ooit een verdedigingswerk, hier in gebruik als kunstfort. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman, 2012.

Asperen heeft in den loop der tijden veel te lijden gehad door oorlog, pest, en vooral door overstroomingen. Thans ziet de plaats, wier inwoners naast den landbouw zich veel met paardenhandel bezighouden, er bij uitstek vreedzaam uit; en als men het niet wist zou men het reeds aan de welverzorgde huizen zeggen, dat de inwoners van hun handel en bedrijf goede vruchten geplukt hebben. En hiermede kunnen we van de stad afscheid nemen, en zelfs drie wegen kiezen om in een half uur naar Leerdam te komen, waarvan de eene, de Meerdijk, het voordeel heeft, dat hij buiten de stad omloopt en tevens het gezelligst is. Hij voert over de stevige sluizen waarmede men hier de Linge ingeval van inundatie kan afsluiten, en verder langs den linkeroever der rivier. Ook met een omnibus, die op alle treinen rijdt, kan men Leerdam bereiken, en meermalen daags met een stoomboot zelfs. In het belang van deze onderneming willen wij den reiziger gaarne aanraden, als de gelegenheid zich voordoet, om er gebruik van te maken, doch ons is opgelegd te wandelen.

Leerdam ligt bevallig aan de Linge, en is een propere stad, die goed onderhouden wordt en toont dat ze vooruitgaat. Tot 1795 waren de Prinsen van Oranje er Graaf van, en in de middeleeuwen was het een bezitting van de Arkels, uit welk geslacht het door huwelijken aan de Egmonds en daardoor aan de Oranjes overging. Jan, de laatste Heer van Arkel, is met velen zijner bloedverwanten in de kerk alhier begraven. Doch de zerk die zijn graf dekte is niet meer te zien, en waarschijnlijk ergens onder de banken verstopt. Al het oude trouwens is in deze welgebouwde kerk opgeruimd. Stukadoor en kalkemmer hebben er onbetwiste triomfen gevierd, zoodat de reinheid en netheid van het gebouw met de nuchterheid ervan om den voorrang dingen.

Hofje van Aerden_Leerdam_Marc Chang Sing Pang_Flickr_CC.jpg
Museum Hofje van Aerden te Leerdam. Foto: Marc Chang Sing Pang, 2010, Flickr, Creative Commons license.

Wie Leerdam aandoet en liefhebber van schilderijen is, zal natuurlijk niet verzuimen een bezoek te brengen aan het hofje van mevrouw van Aarde, dat in het laatst van de vorigeeeuw alhier gesticht werd. De vader van dit hofje voor vrouwen onderwerpt den bezoeker eerst wel aan een strenge examinatie, vraagt hem naar woonplaats, naam, beroep en dergelijken, en ’s Zondags maakt hij zelfs wel bezwaar u toe te laten; doch ten slotte, als men zijn waardigheid en macht heeft erkend, toont hij zich bereid de deuren van het gebouw, waarin de schilderijen van de stichteres berusten, voor u te ontsluiten.

Leerdam_Zuidwal_1908_PvM
Zuidwal in Leerdam in 1908. Verzameling Paul van Mook.
Leerdam_Zuidwal_2012_Eerelman
Zuidwal in Leerdam met zicht op het Hofje van Aerden en de Grote Kerk in Leerdam. Foto: Arthur Eerelman-Hanselman, 2012.

Eenige jaren geleden reeds werd door den Heer A. Bredius in den Nederl. Spectator, als “een verborgen schat”, op deze verzameling gewezen, en wij volgen zijn gezag bij de korte omschrijving die wij er van geven. Om te beginnen vindt men er een van Frans Hals, een stuk met drie figuren, waarvan de hoofdpersoon een knaap met een wijnkan is. Dan twee kleine portretten van Terburg met monogram, waarvan het mansportret een juweeltje mag heeten. Verder twee groote landschappen van Dubbels, met naam, waarvan het eene, water met schepen, zeer de aandacht verdient. Dan een Fluweelen Breughel; twee portretjes, wellicht door Abraham Bloemaert; twee mythologische voorstellingen, waarschijnlijk door Poelenburg, een landschap als Hobbema, een ander als Ruysdael; twee bloemstukken, waarschijnlijk van Mignon; een uitstekend stilleven van Laurens Craen; een heremiet met een doodshoofd ; een Sint Joris met den draak, geteekend Otman Elliger; een ongeteekend fraai stilleven; een hoogstbelangrijk stukje op koper; Achilles aan het Hof van Lycomedes, prachtig en fijn geschilderd, misschien door Van Dijk, en verder nog een aantal familieportretten.

De vader verhaalt, dat hem indertijd door vreemdelingen tien duizend gulden geboden is, indien hij toeliet, dat de Frans Hals door hen uit de lijst genomen en een getrouwe copie er voor in de plaats gesteld werd.

Wie een bezoek aan Leerdam gebracht heeft op de wijze als wij beschreven hebben, kan om vijf uur, behalve des Zondags, met een stoomboot naar Gorcum varen, de Linge uit — een aangename tocht, die.in anderhalf uur volbracht wordt. Het spoorwegstation ligt in de nabijheid van de stad, en het hotel Boerboom biedt den reiziger gaarne lafenis aan.

Het Nieuws van den Dag

Nieuws van de dag.JPG

Deze Amsterdamse krant verscheen van 1870 tot 1923. De krant kwam elke dag

uit, behalve op zondag, dan kwam het Zondagsblad uit. In 1884 was de

oplage ruim 35.000 exemplaren.

Een abonnement kostte in 1884 ƒ 2,20, dit was wel voor 3 maanden. Buiten Amsterdam was het iets duurder: ƒ 2,50. Losse nummers waren te koop voor 5 cent.

Begin twintigste eeuw heeft de Telegraaf veel kranten in Amsterdam overgenomen.
Het Nieuws van den Dag was er een van, in 1923. Het verdwijnen van deze krant leidde tot veel opschudding, de krant was niet noodlijdend en had een goede reputatie. De naam is nog wel enige tijd gebruikt als ondertitel voor De Courant, een andere krant die De Telegraaf had overgenomen.

Fraai zijn, behalve de artikelen, ook de advertenties, die altijd goed de tijdgeest weergeven.
In dit exemplaar van 1884 wordt bijvoorbeeld het volgende personeel gevraagd dan wel aangeboden: een bekwaam smidsknecht, “een flinken Jongen, vlug rekenende en fraai schrijvende”, een koetsier, een gezelschapsjuffrouw en een keukenmeid.

Deze tekst van de hand van Martine Eerelman-Hanselman en Arthur Eerelman-Hanselman en Helma Schouten verscheen eerder in de Mededelingen van de Historische Kring West-Betuwe. Een wandeling van Geldermalsen naar Leerdam. 1884-2012, jaargang 40, jubileumnummer 2012.


Het Nieuws van den Dag en vele andere kranten zijn gedigitaliseerd en te vinden op de website www.delpher.nl.

Mijn winkelwagen

U heeft nog niks in uw winkelwagen.