25 juni 1967, de ramp van Tricht
Op een zomerse zondagmiddag, 25 juni 1967, trof een voor
Nederland ongekend krachtige windhoos het dorp Tricht. Vijf mensen
vonden de dood, er waren tientallen gewonden, zo’n tweehonderd woningen
en bedrijven werden geheel of gedeeltelijk verwoest en de ramp heeft tot de dag van vandaag levens beïnvloed.
door Rita Boer Rookhuiszen-de Joode
Eind juni 1967 was het al weken droog en zonnig. Die middag was het
benauwd en warm. De lucht werd al donkerder en er leek onweer op komst
te zijn. Het slechte weer was uit Frankrijk en België afkomstig waar het een dag eerder al flink geonweerd had. De windhoos maakte al voor ze
Tricht bereikte slachtoffers. In het Brabantse Chaam kwamen twee
Rotterdammers om doordat hun caravan door de windhoos werd opgetild en
weer neergesmeten. Daarna werden in Haaften en Waardenburg kassen,
huizen en boerderijen beschadigd. Op het verkeersplein Deil werd een
twintigtal auto’s de lucht in getild.
Ook in Deil zelf werd schade aangericht. Toen trok de slurf over de
Linge en raakte vol het dorp Tricht waar de meeste slachtoffers vielen
en de grootste schade werd aangericht. Ook boomgaarden ten noorden van
Tricht werden vernield waarna de slurf optrok, nog verwoestingen bij
Muiden veroorzaakte en vervolgens boven het IJsselmeer verdween.
De huizen ‘ontploften’
Getuigen verklaarden dat het was alsof er meerdere treinen tegelijk
de brug passeerden. Anderen hebben de slurf ook daadwerkelijk gezien en
direct een goed heenkomen gezocht in de kelder of onder de trap in huis. Door het verschil in luchtdruk tussen de huizen en de slurf
‘ontploften’ de huizen. Alles, huisraad en mensen, werd naar buiten
gezogen. De straten lagen vol puin, houtwerk van daken, meubels, textiel en zwaar beschadigde auto’s. Allerlei voorwerpen vlogen door de lucht
en kwamen soms kilometers verder terecht. Deksels van melkbussen
belandden zelfs in de Noordoost polder. In een passerende trein vielen
gewonden door rondvliegend glas.
Opvallend was de complete stilte net na het overtrekken van de
windhoos. Maar liefst 55 woningen waren verwoest en 93 beschadigd.
Twaalf bedrijven, waaronder boerderijen, een meubelfabriek,
pluimveehouderij en plaatselijke slagerij waren compleet vernield. Voor
65 gezinnen, 263 personen, moest tijdelijk onderdak gezocht worden. De
uiteindelijke schade aan huizen en inboedel bedroeg meer dan 6 miljoen
gulden. Daarnaast was er veel schade onder tuinders, zeker 40 ha jonge
aanplant was vernield.
Slachtoffers
Maar dit alles viel in het niet bij de 5 dodelijke slachtoffers. De
twee onder een kap woningen van de families van Riemsdijk-van de Pol en
Hak aan de Raamweg werden compleet verwoest. Hierbij werd de ruim
tachtigjarige O. van der Pol zo zwaar gewond dat hij een dag later in
het ziekenhuis overleed. Zijn 41 jarige buurvrouw, de weduwe E.C.
Hak-Wierks en haar dochter Corrie waren op slag dood. De vier overige
kinderen van het gezin werden hierdoor wees. Even verderop werd het huis van gemeenteraadslid H. van de Berg (59) vernield. Zowel het raadslid
als het op bezoek zijnde en televisie kijkende buurjongetje Melchior
Verstegen (6 jaar oud) kwamen om het leven.
Nel Wierks, destijds 25 jaar oud en schoonzus en tante van twee van
de slachtoffers, zal de dag nooit vergeten. Zij vond haar buurman, de
heer van de Pol, zwaar gewond op straat. ,,Ik herkende hem eerst niet
eens want normaal droeg hij altijd een petje en nu was hij
blootshoofds.’’ Haar vijfjarige dochter had zij kort te voren uit het
badje gehaald dat in het schuurtje stond en waarin zij met een
buurjongetje zat te spelen. Deze schuur werd even later totaal vernield. Haar jongste dochter sliep op het moment van de ramp, tegen de gewoonte in, beneden in de kinderwagen. Later bleek haar wiegje doorspiest te
zijn door een houten balk. Wonderlijk genoeg hadden ze de ramp
overleeft. De slagerij van haar man bleek echter compleet verwoest. ,,We hebben wel heel snel een tijdelijke noodwinkel gekregen, maar doordat
wij de vier kinderen van mijn schoonzus opvingen, lukte het niet om het
bedrijf weer opnieuw op te bouwen.’’
Zo waren er meer mensen die direct of indirect door de ramp hun leven drastisch zagen veranderen. De familie van de Water aan de Nieuwsteeg
had de slurf van de windhoos opgemerkt en wist in huis te vluchten.
Wonder boven wonder kwamen ze er met slechts wat schrammen vanaf. De
boerderij was echter compleet vernield. Het opnieuw opbouwen van de
woning en het pluimveebedrijf bleek problematisch. De gemeente had
namelijk liever dat het niet meer op die plek werd opgebouwd. Na veel
trouwtrekken mocht toch op de oorspronkelijke plaats het bedrijf weer
opgebouwd worden. Andere boeren wier bedrijven waren vernield werden
echter weggesaneerd en konden niet terugkeren in de dorpskern. Ook voor
veel oudere inwoners veranderde hun leven compleet, aldus mevrouw van
Dorp, destijds als echtgenote van de plaatselijke huisarts nauw berokken bij de opvang van mensen. ,,Konden ze zich tot dan toe nog zelfstandig
redden in hun eigen huis, na de ramp ging dat niet meer. Velen zijn
opgenomen in Ravestein.’’
Snelle hulpverlening
Al waren er destijds nog geen rampenplannen, de samenwerking tussen
de Bescherming Bevolking (BB), politie, brandweer, EHBO en het Rode
Kruis liep goed. Hulp kwam snel op gang. Trichtse EHBO’ers en andere
dorpsbewoners haalden mensen onder het puin vandaan en brachten
slachtoffers naar het ziekenhuis. De lokale smid ging op eigen
initiatief alle kapotte huizen langs en sloot de gasflessen af, zodat
verdere ongelukken voorkomen werden. Hij wist precies waar ze te vinden
waren want hij had ze immers zelf allemaal aangelegd. Er was destijds
nog geen aardgas in Tricht. Zo’n 50 leden van de kring Tiel van de BB
kwamen naar het dorp.
Leden van de vrijwillige brandweer Buurmalsen/Tricht en Geldermalsen
hielpen bij het omtrekken van muren die direct gevaar opleverden. Een
Rode Kruiscolonne uit Geldermalsen en groepen van de bedrijfsbescherming van de NS kwamen ook te hulp. Plaatselijke vrouwenorganisaties zamelden linnengoed in onder hun leden voor de getroffen gezinnen. Was het vlak
na de ramp nog mogelijk het rampgebied te betreden, de volgende dag
waren er afzettingen en was een pasjesregeling ingevoerd waardoor alleen inwoners en hulpverleners toegang hadden. Militairen hielpen bij de
afzettingen en de bewaking van het dorp. De ramp trok een grote groep
nieuwsgierigen. Dagen lang waren de wegen van en naar Tricht verstopt.
Puinruimen
De avond van de ramp vergaderden op het gemeentehuis aan de
Kerkstraat (waar later de huisartsenpraktijk van dr. Buyserd gevestigd
was) de minister van volkshuisvesting, zijn secretaris-generaal, de
commissaris van de Koningin, de districtscommandant van de Rijkspolitie, burgemeester Sanders en het hoofd van de technische dienst kring Beesd
over te ondernemen acties. Eerst werden zoveel mogelijk de straten
vrijgemaakt van puin. Dit werd allemaal naar de dr. van de
Willigenstraat gebracht waar uiteindelijk een grote berg puin kwam te
liggen. Onder leiding van het hoofd van de technische dienst, de heer
J.L. van Deutekom uit Buren werd vervolgens verder geruimd. Ter plekke
werd de beslissing genomen of een huis nog te redden was of maar beter
helemaal gesloopt kon worden. Een aantal oude karakteristieke woningen
en boerderijen verdween zo uit het straatbeeld van Tricht. Koningin
Juliana bracht al de volgende middag een bezoek aan het rampgebied en
sprak op het gemeentehuis met nabestaanden van de vijf slachtoffers. Zij bezocht ook het rampgebied.
De afbouw van 33 woningen aan de Rutger Jacobsstraat werd versneld
zodat deze tijdelijk door getroffen gezinnen bewoond konden worden.
Bouwvakkers hebben de twee weken durende bouwvak doorgewerkt om
beschadigde huizen zo snel mogelijk te herstellen.
Al in het najaar werden de eerste herstelde woningen weer opgeleverd. Een plaquette op de muur van een huis aan de Raamweg was de eerste
officiële herinnering aan de ramp. Deze plaquette werd door de minister
van Volkshuisvesting onthuld.
Ook een straat in een latere nieuwbouwwijk houdt de ramp levend, zij
kreeg de naam 25 Junistraat. In een plantsoen tussen de Bulkstraat en de Laan van Crayenstein in, op de plek waar tijdens de ramp woningen en de slagerij van de familie Wierks werden verwoest werd in 1972 een
speciaal windhoosmonument onthuld, gemaakt door beeldend kunstenaar
Marcus van Ravenswaaij.
Door Arthur Hanselman nog geschreven het volgende:
De datum 25 juni staat in het geheugen gegrift van vrijwel alle
50-plussers uit Tricht. Op die dag in 1967 trok namelijk een van de
allerzwaarste windhozen ooit in Nederland over het dorp. De gevolgen
waren zeer tragisch: vijf doden, tientallen gewonden en 150 compleet
verwoeste of zwaarbeschadigde huizen. Dankzij hulp van alle kanten werd
de verwoeste wijk Rooijenburg weer snel heropgebouwd. Aan de ramp
herinnert nu nog de ‘25 juni straat’.