De Begrafenisvereniging Buurmalsen-Tricht
Op 10 mei 2008 was het precies 70 jaar geleden dat de Begrafenisvereniging Buurmalsen-Tricht werd opgericht. Nu kun je als
begrafenisvereniging moeilijk een feestje houden. Er werd dan ook door het toenmalige bestuur niet al te uitgebreid stilgestaan bij het
jubileum. Toch wilde de Dorpskrant Tricht aandacht besteden aan de geschiedenis van één van de oudste verenigingen van het dorp Tricht.
Daarvoor sprak de redactie met Jan van de Koppel, voorzitter van het bestuur van de Begrafenisvereniging, en ging met hem in terug naar de
jaren van voor de Tweede Wereldoorlog ( Jan van de Koppel overleed op 10 februari 2011 op 82 jarige leeftijd).
Ritueel van de aanspreker en dragers
Begrafenissen hadden in die tijd in Tricht een heel eigen ritueel. De luiken van het sterfhuis waren gesloten, en ook de twee naastgelegen
huizen hadden een luik dicht aan de kant van het sterfhuis. In zowel
Buurmalsen als Tricht was er een ‘aanspreker’. Deze ging in het dorp de
deuren langs om iedereen op de hoogte te stellen van een overlijden.
,,Dan hadden ze een papiertje in de hoed, kwamen aan de deur en lazen
dan het briefje voor met wie er overleden was en gingen naar de volgende deur,’’ vertelt Jan van de Koppel, huidig voorzitter het bestuur van de begrafenisvereniging. ,,Dat is nu verleden tijd, al komt het nog
sporadisch voor dat bij de naaste buren van een overledene nog de
rouwkaart wordt afgegeven.’’ Het kostte aardig wat tijd om het hele dorp zo af te gaan. Wilde je dat het ook in het buitengebied gebeurde dan
moest je extra betalen. Het werd wel oogluikend toegestaan dat dit op de fiets gebeurde, al hadden sommige mensen daar wel commentaar op. Bij
een begrafenis werd je geholpen door buren. Was er een vrijgezel
overleden dan waren de dragers van de kist ook vrijgezellen, betrof het
een gehuwd iemand dan waren de dragers gehuwden. Zij kwamen zoveel
mogelijk uit de buurt en kregen na afloop een borreltje en een sigaar.
De overledenen werden te voet naar de begraafplaats gebracht, een hele
klus voor de dragers. Slechts een enkele keer werd er van een
boerenwagen gebruik gemaakt. Bij het dragen van de kist moesten de
dragers er ook voor zorgen allemaal in dezelfde pas te lopen. Op de
begraafplaats moest men de kist met touwen in het graf laten zakken. Dat moest wel netjes gelijk gebeuren want anders zakte de kist scheef.
Initiatief
,,Het initiatief voor de oprichting van de begrafenisonderneming is
uitgegaan van de heer H.W. Schreij. Hij was overwegwachter en ergerde
zich als er begrafenissen waren. De dragers, meest buren van de
overledene, liepen er allemaal anders en in zijn ogen vaak slordig
gekleed bij. Schreij had eerder ergens anders gewoond en daar gezien dat het ook op een andere en nettere manier kon, dat er verenigingen waren
die dit konden organiseren. Hij ging eens praten met een aantal mensen,
er verscheen een stukje in de krant (de Gecombineerde). Uiteindelijk
kwamen er een aantal mensen bij elkaar en werd er gesproken over de
oprichting van een vereniging. Dat had nogal wat voeten in aarde want er was enige onenigheid tussen de dorpen Buurmalsen en Tricht. Zo wilde
ieder dorp een eigen aanspreker houden, maar ook eigen dragers hebben.
Er moesten uiteindelijk dan ook twaalf uniformen komen voor de dragers,
zes in ieder dorp. En een lijkkoets.
Advertenties
Op 10 mei 1938 werd in zaal de Harmonie aan de Kerkstraat in Tricht
de begrafenisvereniging officieel opgericht. Veel informatie uit de
begintijd is verloren gegaan omdat de notulenboeken zijn kwijtgeraakt
met de stormramp in juni 1967. Wel bekend is dat J. de Ridder de eerste
voorzitter was, J. Verhoef secretaris en initiatiefnemer Schreij
penningmeester. De aansprekers bleven zoals voorheen voor Buurmalsen
W.D. van Eck en voor Tricht T.W. Hol (deze laatste woonde op de sluis op de grens van Tricht met Buurmalsen). ,,In die tijd was iedereen
eigenlijk een klein beetje boer. In het blad ‘de boerderij’ mocht je
toen één keer per jaar een gratis advertentie zetten. De oprichters van
de vereniging gingen dan ook de boeren af en vroegen aan de een of die
een advertentie voor een lijkkoets wilde zetten, een ander voor tuig,
etc.’’ Zo werd in stukjes alles bij elkaar gekocht wat nodig was om
begrafenissen te verzorgen. De aangeschafte koets werd opgeknapt bij de
Trichtse schilder Kouw. De Trichtse huisarts dr. A.M.M. van de Willigen
leende de vereniging maar liefst 500 gulden voor de aankoop van de
lijkkoets. Tevens werd voor de stalling van de lijkkoets de
noodslachtplaats aan de Groeneweg gekocht (later werd dit
brandweergarage en nog later gemeentewerkplaats, in 2008 in gebruik door een schildersbedrijf).
Koets en paarden
Om de koets te trekken waren twee zwarte paarden nodig die tijdens de begrafenis een zwart dek kregen. Ook als er iemand in het ziekenhuis
overleden was werd deze met de koets opgehaald, dan werd er een paard
gebruikt. Tot de oorlog liep de gemeenteveldwachter voorop een
begrafenis stoet, met witte handschoenen aan. ,,De eerste koetsier was
de opa van Wim Beverloo, van de Middelweg, ‘’ weet Van de Koppel te
vertellen. ,,Die had een zwart paard. Het andere paard was van de vader
van Wim de Weerd. Wim, ook van de Middelweg, is nu al veertig jaar bij
de vereniging. Hij is nu uitvaartleider maar is begonnen in 1967 als
drager. Zijn eerste begrafenis was op 10 juni, met de net nieuwe
predikant van Tricht dominee van Toorn.’’ De dominee had het goed
gedaan, werd toen gezegd. Waarop de dominee zei dat dit een begrafenis
was van een man van in de negentig: ,,Dat gaat nog wel.’’ Niet wetende
dat ruim twee weken later op diezelfde begraafplaats aan de Lingedijk de begrafenissen van de dodelijke slachtoffers van de windhoos zouden
plaatsvinden.
Dragers
Eind dertiger jaren werd het steeds moeilijker om dragers te vinden.
,,De economie trok aan na de crisisjaren maar mensen gingen meer buiten
het dorp werken want hier was geen werk. De meeste dragers in de
begintijd van de begrafenisonderneming waren dan ook mensen die een
klein bedrijfje hadden of bij een boer werkten en voor een begrafenis
twee uurtjes vrij namen. Nu zijn het hoofdzakelijk gepensioneerden die
het doen. Ook wordt er steeds vaker door familieleden van de overledene
gedragen. Het is een ander ritueel geworden.’’
In 1960 was het gedaan met de paarden. Toen werd van ondernemer W.M.F.
Broekhuizen uit Buurmalsen een lijkauto gehuurd. Tegenwoordig heeft de
begrafenisvereniging een contract met Jan Hol uit Geldermalsen die zowel de auto’s als chauffeurs regelt. Op dit moment zijn er zeven dragers,
afkomstig uit beide dorpen en een uit Geldermalsen. ,,Om nieuwe dragers
te vinden moet je veel vragen in het dorp, maar als ze er eenmaal bij
zijn blijven ze erbij.’’ Soms is het echt een ‘familieberoep’,
overgedragen van overgrootvader, op grootvader, vader en zoon.
,,Tegenwoordig dragen we ook wel eens bij begrafenissen van andere
begrafenisondernemers. We helpen elkaar.’’
Geen winstbejag
In de statuten van de vereniging staat het doel omschreven bij de
oprichting: ‘De vereniging heeft tot doel door onderlinge samenwerking
te bevorderen dat het stoffelijk overschot van de mens geen voorwerp van winstbejag wordt. Zij tracht dit te bereiken door zelf uitvaarten te
verzorgen, door ter-beschikking-stelling van materiaal en personeel voor het verrichten van uitvaarten en met andere verenigingen van
gelijkgeaard doel samen te werken en door andere wettige middelen, welke aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.’ ,,Ook nu nog is het doel van de vereniging om een verzorgde begrafenis te doen, een beetje uniform,
voor redelijke kosten en de opzet is ook dat als er wat winst gemaakt
werd we die ten goede te laten komen aan de leden.’’ Het huidige
lidmaatschap bedraagt 25 euro per jaar voor een gezin en voor kinderen
boven de 18 jaar 12,50 euro per jaar. Uiteraard kan hier geen begrafenis van betaald worden. ,,Men krijgt nu een tegemoetkoming in de kosten van de lijkauto en een eerste volgwagen. Helaas worden mensen niet meer zo
snel lid. Maar, ook niet leden kunnen ons als plaatselijke vereniging
inschakelen, ook als men lid is van een grote landelijke
uitvaartorganisatie. Wat voor verzekeringen men in het verleden allemaal heeft afgesloten en misschien vergeten, bij een overlijden komt dat wel tevoorschijn. Zo overleed zo’n 15 jaar geleden een vrijgezelle man.
Toen alles achter de rug was kwamen alle polissen boven water, waaronder een verzekering die door zijn moeder was betaald. Uiteindelijk bleef er nog 10 gulden over.’’
Bestaansrecht
Volgens van de Koppel heeft zijn vereniging na 70 jaar nog steeds
bestaansrecht. ,,Je ziet wel dat het oude Tricht vergrijst, en juist
daar hebben we onze leden. Onze leden zijn meest de oudere Trichtenaren
en hun kinderen. Sommigen hebben al helemaal vast laten leggen hoe ze
hun begrafenis geregeld willen hebben. Als vereniging hebben we nu
gemiddeld zo’n anderhalve begrafenis per maand en tot op heden kunnen
wij goed aan onze financiële verplichtingen voldoen.’’Wim de Weerd is al geruime tijd de ‘aanspreker’ voor zowel Tricht als Buurmalsen,
tegenwoordig noemt men dit uitvaartleider. De nabestaanden bepalen in
overleg met hem hoe de begrafenis geregeld wordt. De vereniging kan
alles verzorgen, tegen een aanvaardbare prijs en helemaal naar wens van
de nabestaande. ,,We zijn een plaatselijke vereniging maar leden kunnen
na verhuizing ook lid blijven. We maken gebruik van de opbaargelegenheid in de kerken van Tricht en Buurmalsen en de aula’s in Geldermalsen,
Tiel, Beusichem en Culemborg. Thuis opbaren, iets dat steeds vaker
gebeurd, is mits er geschikte ruimte is, ook mogelijk. Een begrafenis
kan ook weer met koets en paarden, zoals vroeger. Dat hebben we al een
aantal keren geregeld.’’
Bestuursleden in 2008 waren D.J. van de Koppel (voorzitter), L.H. Hak (secretaris/administrateur), H. Zondag, F. Hol, A. Huijgen en A.
Verbeek. Uitvaartleider W. de Weerd.